

The Good Part

Lang heb ik niet geweten wat ik met mijn leven wilde doen. Ik had wel een idee, maar nooit een concreet doel. Toen ik dat eindelijk vond, is mijn hele leven daar om gaan draaien. Ik ben dat ook wel ‘the good part’ gaan noemen, vernoemd naar de grand finale van een film waarin de missie wordt volbracht en alles samenkomt.
In mijn eigen leven werk ik dus ook toe naar dat moment, maar net zoals in een film gaat daar eerst een hele lange weg aan vooraf. In deze blog vertel ik over deze weg. Over ambities, tegenslagen en het toch steeds maar doorgaan wanneer alles in jouzelf dat eigenlijk niet meer wilt. Hoe glamoureus een film ook is, de werkelijkheid is vaak vele malen harder. Ik wil daarom hier een realistisch, maar bovenal openhartig beeld geven van mijn weg naar the good part. Ik hoop dat je mij vergezelt!




ouverture
Hoewel ik het niet even goed begreep als nu, was ik op jonge leeftijd al wel erg bewust van het leven. Ik had dan ook al vroeg de drang om een groot doel te behalen - ik wist alleen niet wat. Nu hoef je als kind dat ook nog niet te weten, mij stoorde het wel en over de jaren heen groeide dat gevoel alleen maar. Ik was namelijk gretig om iets te doen, maar zonder concreet doel kan je niet beginnen met iets op te bouwen.
Het enige dat ik wel wist, was dat ik iets met tekenen wilde doen. Ook dat was dus super vaag en dat bleef ook zo, zelfs toen het einde van mijn middelbare schoolcarrière naderde. In de tussentijd hield ik mij wel graag bezig met kunst en volgde ik zelfs beeldende vormgeving op school, toch was ik niet veel wijzer geworden dan ‘iets met tekenen’. Inmiddels moest ik wel snel gaan beslissen hoe ik mijn studie wilde vervolgen. Ik besloot daarom naar een open dag van de kunstacademie te gaan - dat was immers dé plek waar ‘iets met tekenen’ zou kunnen worden geconcretiseerd.
De open dag viel echter behoorlijk tegen; veel studies spraken mij niet aan. Er was één studie die ik op het oog had, maar na een voorlichting bleek ook dat totaal niet bij mij te passen. Ietwat verloren liep ik toen het lokaal uit. Op datzelfde moment zag ik in het lokaal tegenover mij, dat er net een presentatie over de illustratiestudie ging beginnen. Ik had geen idee wat illustratie inhield, maar aangezien ik toen toch niet wist wat ik wilde doen, besloot ik naar binnen te gaan.
Bij binnenkomst viel mijn oog meteen op het presentatiescherm. Als sfeerbeeld voor de studie, werd daarop een kleurrijke illustratie van een student getoond. Ik kan mij niet meer herinneren hoe de illustratie eruit zag of waar het over ding, maar één ding herinner ik mij heel goed: ik had nog geen woord van de presentatie gehoord, maar toen ik dat beeld zag wist ik het - dít is wat ik wil doen.

Wat er vervolgens tijdens de presentatie werd verteld, volgde ik niet echt. Dat interesseerde mij ook niet veel - de illustratie had mij al overtuigd. In dat ene beeld zag ik namelijk hoe één tekening een heel verhaal kon vertellen. Dat was dus niet ‘zomaar tekenen’, het was echt ‘iets doen met tekenen’. Ik was daar dus heel enthousiast over. Het was precies wat ik wilde doen, maar waarvan ik nog niet wist dat ik dat wilde doen.
Toen de presentatie even later voorbij was, kwam ik super verzekerd het lokaal uit. Dat was dus in schril contrast met hoe ik het lokaal inging, maar ook voor mij persoonlijk. Mijn keuzes waren normaliter heel overwogen. Ik wilde goed over iets nadenken, zodat ik zeker wist dat ik de juiste beslissing maakte. Hier was dat echter niet nodig. In dat ene moment viel alles zó goed samen, dat kon niet anders zijn dan van God. Dít was het grote doel waar ik naar had gezocht, en het allerbeste: ik kon eindelijk concreet beginnen aan mijn weg daarnaartoe!
part one: situeren

De afwijzing was op zijn zachts gezegd een enorme tegenslag. Zowel voor mij persoonlijk, als voor mijn weg naar the good part - die was eigenlijk meteen gestrand. Toch wilde ik niet zomaar opgeven. Ik besloot daarom een tussenjaar te nemen om het jaar erop het weer te kunnen proberen. Om mij beter voor te bereiden, volgde ik iedere zaterdag een vooropleiding om te werken aan mijn portfolio. De rest van de week werkte ik in een winkel om ondertussen te kunnen sparen.
Die winkel representeerde echter alles wat ik niet wilde doen. Ik deed werk waar ik geen toekomstperspectief had, werkte met super vervelende klanten, en dat allemaal in een ongeïnspireerde omgeving van tl licht, afgezonderd van de buitenwereld. Ik háátte het. Het voelde alsof ik mijn tijd investeerde in een doodlopende weg, in plaats van de weg naar the good part. Al mijn gevoel zei daarom dat ik moest stoppen - ik kon het alleen niet. Hoe erg ik het ook haatte, ik wist zo sterk dat ik deze weg moest blijven volgen. Dat was niet gebaseerd op gevoelens, maar op God.

Het kon niet anders dan dat het ene moment op de open dag van God was. In een split second wist ik dat ik die specifieke studie, op die specifieke school moest gaan volgen. Dat was dus totaal anders dan hoe ik dingen normaal ervoer. Daarbij was het een ‘super toevallig’ moment dat makkelijk anders had kunnen lopen. Dat kon dus alleen maar van God zijn - en dat zag ik ook terug in de momenten daarop. Steeds wanneer ik op het moment kwam dat ik dacht dat ik het écht niet meer aankon, gaf Hij mij de motivatie en kracht om er toch weer tegenaan te gaan.
Ik was dus enorm zeker over mijn beslissing. Dat was tevens de reden waarom ik de gok durfde te wagen een tussenjaar te nemen. Het was namelijk best een ding om ineens te stoppen met school in de hoop het jaar daarop mijn droom te kunnen volgen. Niet geheel onlogisch kreeg ik in het begin veel protest van mijn ouders. Maar ondanks wat zij én mijn gevoel zeiden, zei God dat ik ervoor moest gaan. Dat kon ik simpelweg niet negeren.
Desondanks was het geen ‘simpele weg’. God gaf mij dan de kracht om ervoor te gaan, dat betekende niet dat het ineens easy peasy was. De vooropleiding was een hele andere wereld dan ik gewend was en daar stugglede ik best mee. Daarbij moest ik de rest van de week nog steeds super vervelend werk doen, en waarvoor?
Zoals ik zojuist schreef was het best een gok om een tussenjaar te nemen. Het was niet eens zeker of ik na dat jaar mijn weg naar the good part wel kon vervolgen. Ik wist dat ik een jaar lang niet zou zijn waar ik wilde zijn, maar ik wist niet of ik na dat jaar dat wel kon. Wat nou als ik de toelating weer niet zou halen? Had ik dan een jaar verspild? En hoe zou ik dat verantwoorden naar mijn ouders? Toch was dit de enige weg om maar een beetje richting the good part te komen; ik kon niet anders dan doorgaan. Dus dat deed ik, gesterkt door God.





Ik hoefde niet lang na te denken over wat de eerste stap op mijn weg naar mijn net gevonden doel werd. Ik was nog naar een paar andere open dagen geweest, maar geen enkele kunstacademie sprak mij zo erg aan als de eerste. Ik wilde dus per se naar de illustratiestudie op die school; ik moest daarvoor alleen wel de toelating halen.
Worden toegelaten was nog best wel een ding; ik had namelijk een klein probleem. Naast een gesprekje over waarom je de studie wilde volgen, moest je ook een opdracht maken en jouw eerder gemaakte werk laten zien. Vooral dit laatste was belangrijk, en tevens precies hetgeen waarmee ik in de knel zat. Ik vond tekenen namelijk heel leuk, vaak had ik geen idee wát ik wilde tekenen. Het gevolg was dat ik het dan vaak ook niet deed. Dit was dus best een probleem, want hierdoor had ik een redelijk klein portfolio dat weer mijn kans om te worden toegelaten verkleinde. Ondanks dat was ik ervan overtuigd dat ik die studie moest volgen - het zou me dan ook lukken daar te komen!
Met mijn vooringenomen instelling ging ik enkele weken later naar de toelating. Zoals verwacht kreeg iedereen daar twee opdrachten: een stilleven natekenen en een gedicht illustreren. Terwijl iedereen daarmee bezig was, werd er ondertussen steeds iemand apart gehaald voor het portfoliogesprek. Dat was het beruchte onderdeel, maar veel tijd om mij daar zorgen over te maken, had ik niet.
Toen ik aan de beurt was, werd er meteen door docenten en studenten druk naar mijn werk gekeken. Ondertussen werden er tientallen vragen over mijn werk en visie gesteld. Voordat ik het wist was het gesprek voorbij en mocht ik weer terug naar het lokaal. De rest van de dag verliep ook zo snel en eindigde even abrupt. De uitslag liet namelijk op zich wachten; die zou later per post komen. Het wachten hierop ging dus in tegenstelling tot de toelatingsdag zelf, totaal niet snel voorbij. Weken duurde het voordat ik eindelijk de verlossende brief kreeg: ik was niet toegelaten.


Een halfjaar later kon ik weer toelating doen. Er hing veel van dit moment af; in de eerste instantie omdat ik hier een jaar op had gewacht, maar nog meer omdat het de enige kunstacademie was waar ik mij had ingeschreven. Dit was de enige academie waar ik naartoe wilde, dus was er voor mij ook geen andere optie. Ik had dan ook geen back up plan - mijn illustrator carrière lag echt geheel van deze toelating af.
Met dezelfde overtuiging van vorig jaar, en iets meer spanning, ging ik weer op pad. Dit keer verliep de toelating iets anders: de dag was anders ingedeeld en we kregen andere opdrachten. Ook werd de uitslag aan het einde van de dag bekend gemaakt, in plaats van per post. Gelukkig was de inhoud daarvan ook anders. Na twee uur in spanning te hebben gewacht, kwam het nieuws: ik was toegelaten.

part two: kunstacademie
Door het dolle heen dat ik het niet verkeerd had gezien, kon ik een halfjaar later beginnen aan de studie. Je kan je vast wel voorstellen dat ik helemaal in mijn nopjes was toen ik dan eindelijk aan het echte werk kon beginnen - helaas was dat van korte duur. Mijn verwachtingen en de realiteit clashte enorm.
Aangezien ik zo'n aanloop moest nemen naar de studie, had ik gedacht dat wanneer ik eindelijk zou beginnen, the good part zou aanbreken. Ik was dan immers écht bezig met mijn droom en dus dacht ik dat het vanaf toen soepeler zou gaan. Dat werkte alleen niet zo. Ik was inderdaad bezig met mijn droom, dat betekende niet dat ik er al was. Dat werd dus pijnlijk duidelijk tijdens de studie. Ik was namelijk nog verre weg van een goede illustrator. Alles dat ik maakte was het gewoon net niet. Het was dus niet ineens alleen maar leuk en makkelijk vanaf dat moment. In fact, ik was net zo hard - en eigenlijk zelfs harder - aan het ploeteren dan in mijn tussenjaar.
Ik zag in dat ik nog lang niet bij mijn doel was. The good part liet dus nog even op zich wachten. Ik ben toen het afstuderen als mijlpaal daarvoor gaan beschouwen. Wanneer ik dat zou hebben bereikt, zou ik mij immers hebben ontwikkeld tot een goede illustrator en zou ik dus eindelijk aan de slag kunnen. Ik zou dan écht mijn droom kunnen leven.
Misschien raad je het al, maar ook dat was niet zo. Als afgestudeerde kon ik mezelf wel officieel illustrator noemen, ik had nog geen opdrachten. Ik wilde natuurlijk illustrator zijn om daarvan te kunnen leven - dat ging helaas nog niet. Sterker nog, ik had nog geen één opdracht lopen. Ik was nog een nobody in de illustratiewereld. The good part liet dus nog steeds op zich wachten.

part three: afgestudeerd
Fastforward naar een jaar later: ik was een jaar afgestudeerd, maar nog steeds was er geen good part te bekennen. Ik had een paar opdrachten gedaan, maar dat was heel sporadisch en ik kon mezelf er niet van onderhouden. Dat was dus een big deal voor mij. Inmiddels had ik met het tussenjaar en de vierjarige studie al vijf jaar besteed aan het worden van een goede illustrator. Het jaar na het studeren kwam daar dus nog eens bovenop. Dit stond geheel in het teken van mijn portfolio opbouwen, potentiële opdrachtgevers benaderen en mezelf online zichtbaar maken. Oftewel, allemaal dingen om te proberen aan de slag te komen. Dat voelde dus enorm dubbel; het voelde namelijk net zoals mijn tussenjaar. Ik was weer aan het proberen ergens te komen, alleen was ik nu vijf jaar verder.
Naast dat dubbele gevoel, had ik überhaupt niet gerekend op nog een jaar te struggelen naar the good part. Ik had gedacht dat na het afstuderen er niks meer in de weg zou staan. Ik had dan namelijk alles gedaan wat ik kon om illustrator te worden: worden toegelaten, de studie volgen én afstuderen. Ik dacht dus dat wanneer ik dat had afgerond, the good part écht zou komen. Of althans, dat het snel zou komen.
Dat gebeurde dus niet. Een jaar lang wierp ik mezelf in de illustratiewereld, maar dat leverde niet de opdrachten op waarvan ik droomde. Af en toe wel iets kleins, maar dan viel het weer heel lang stil. Ik had dus gehoopt dat ik sneller aan opdrachten zou komen en ook aan grotere. Ik wist immers wat ik wilde, ik werkte hard en vele mensen uit de illustratiewereld reageerden enthousiast. Toch bleef die grote opdracht uit.







Part four: wat nu??
Wat moest ik doen na een jaar lang te hebben geprobeerd, zonder echte voortgang te boeken. Om eerlijk te zijn heb ik geen antwoord op deze vraag. Op dit moment ben ik nog steeds niet bij mijn good part aangekomen. Ik weet het dus niet. Maar om nog eerlijker te zijn, geloof ik ook niet dat er ‘iets’ is dat je kan doen om bij the good part te komen. In ieder geval niet iets concreets. Het ding is: na het afstuderen komt het gewoon neer op gezien worden. Wanneer je dat hebt, beginnen de opdrachten te rollen - en de enige manier om dat te bereiken is zichtbaar zijn én blijven in de illustratiewereld. Dat is dus best iets vaags dat op meerdere manieren kan, en niet alles resulteert meteen daarin.
Na die zes jaar werken, voelde het best gek te realiseren dat ik niet 'iets' kon doen om bij mijn good part te komen. Al die zes jaar had ik namelijk steeds het gevoel van wel. Ik werkte naar iets toe - als dat lukte, ging ik meteen naar het volgende punt. Nu was die garantie er helemaal niet meer. Het lag dus niet meer in mijn handen, het was geheel aan God.
In principe was dat niks nieuws voor mij. Vanaf het begin van mijn weg naar the good part, wist ik al dat ik afhankelijk was van God. Ik wist immers dat Hij mij op deze weg leidde. Ik vond dat altijd een troostende gedachte: wat er ook in mijn leven gebeurt, het ligt in Zijn handen. Maar hoe troostend die gedachte altijd was, de laatste tijd voelt dat niet meer zo. In plaats daarvan vraag ik mij af waarom het zo lang duurt voordat ik bij mijn doel kom. God wilde toch dat ik deze weg ging volgen, waarom ben ik er dan nog niet? Was het dan misschien niet zo? Heb ik mij dan toch ingebeeld dat ik voor het illustreren moest gaan??

Afgelopen weken hebben deze vragen veel in mijn hoofd rondgedwaald. Ik raak steeds verder verwijderd van het punt dat ik ben afgestudeerd, maar het lijkt alsof ik amper voorruit kom. Ik wist zó sterk dat God mij zou brengen naar mijn doel, maar naarmate de tijd verstreek, is het steeds minder zo gaan voelen.
Terwijl ik daar zo over nadacht, realiseerde ik ineens dat daar het daadwerkelijke probleem ligt. Het is een patroon dat ook te zien was in mijn tussenjaar: ik wilde toen stoppen omdat mijn gevoel zei dat ik nergens kwam. De laatste tijd zie ik het ook niet meer zo zitten, omdat het voelt dat ik nergens kom. Voor mijn gevoel had ik er allang moeten zijn. Maar is dat wel zo?
Toen ik ging afstuderen wist ik dat het tijd zou kosten om aan de bak te komen - iedere afgestudeerde illustrator vertelde dat. Ik was mij daar dus volledig van bewust. Ondanks het weten, voel ik mij bijna twee jaar later gedemotiveerd. Steeds zegt mijn gevoel dat ik er allang had moeten zijn - dat klopte alleen niet.
Ik had de kennis om te weten dat mijn gevoel het tegenovergestelde van de waarheid vertelde. Toch liet ik mij behoorlijk in mijn gevoel meeslepen, omdat het als waarheid voelde. Maar de waarheid voelen en de waarheid zijn, zijn twee hele verschillende dingen.
Ik zag in dat mijn probleem niet lag in ‘er nog niet zijn’. De realiteit is dat het gewoon tijd kost om aan de bak te komen in mijn vakgebied. Dat is eigenlijk ook helemaal niet erg; het betekent niet dat ik tot die tijd niet van het leven kan genieten. Het betekende alleen wel dat ik de gedachte van ‘er nog niet zijn’ moest loslaten.
Ik was steeds zo gefocust op mijn doel, dat elke dag mij er ook aan herinnerde dat ik er nog niet was. Die gedachte zette een open deur voor mijn gevoelens. Ik werd dan snel overspoeld met negatieve gevoelens - dát was het daadwerkelijke probleem. Als ik die gevoelens voorkwam, ervoer ik niet de enorme demotivatie van er nog niet zijn. Dan kon ik zelfs genieten van mijn leven zoals het was, maar ook de motivatie ervaren om aan beter te werken.
Toen ik dit eenmaal doorhad, kon ik al mijn gedachten loslaten. Ook al ging het niet zoals ik wilde, ik wist dat het goed zou komen. En dat is hoe het er momenteel nog steeds voor staat: mijn good part is nog niet bereikt. Ik kan dus helaas niet vertellen hoe ik daar ben gekomen zodat je daar een voorbeeld aan kan nemen. Maar, misschien is het juist belangrijker om te vertellen over deze fase van er nog niet zijn. Hoe je ondanks dat, moet én kan volhouden.
Ik vind mijn kracht nog altijd in God. Af en toe gaat dat iets rommelig, omdat ik mij dan laat meeslepen door mijn gevoelens. Maar wanneer ik dat realiseer, kan ik ook weer inzien dat God Degene is die mij leidt en niet mijn gevoelens. Dit is gewoon het punt waar God wil dat ik nu ben. Ik heb daar dus vrede mee. Ik ben dan wel nog niet waar ik wil zijn, maar ik ben wel onderweg. Dat is iedere dag weer verder dan ik ooit eerder ben geweest - en wie weet ben ik wel dichterbij dan ik denk.
part five: het leven is geen film
Het ding met films is, de hoofdpersonage eindigt nooit met het doel waar hij of zij zijn avontuur mee begon. Hetgeen wat je denkt dat je nodig hebt, blijkt altijd anders te zijn en veel dieper te gaan. Ook al vind ik het een afzichtelijke uitspraak omdat het zo uitgekotst is, de reis is belangrijker dan de bestemming heeft toch enigszins waarheid.

Deze tekst is geïnspireerd op het nummer The good part van AJR. Toen ik net was afgestudeerd, heb ik dit grijs gedraaid. Drie jaar nadat het nummer uit kwam, heeft de band er een officiële muziekvideo van geüpload. Dat was december vorig jaar; het moment dat zij hun good part hebben behaald.